Opschorting en verrekening van vracht door de opdrachtgever: Mag dat?
Geplaatst 19 April 2024
Stel je voor: transportbedrijf 'X' vervoert regelmatig dure elektronica voor een klant. Op een dag laadt hij een grote partij laptops in zijn vrachtwagen om naar een klant te brengen. Onderweg worden er, tijdens een stop, een aantal pallets gestolen. De eigenaar van de elektronica eist een flinke schadevergoeding en legt zich niet neer bij een beroep op de CMR-limiet. De opdrachtgever besluit om de openstaande vrachtfacturen tot de hoogte van het totale schadebedrag onbetaald te laten. Hij gebruikt dit als drukmiddel om 'X' te dwingen de volledige schade te betalen en niet de gemaximeerde schade aan de elektronica. ‘X’ zit met een dilemma, want als hij een deurwaarder inschakelt verliest hij misschien zijn belangrijke klant. Hoe lang kan hij deze beslissing uitstellen?
Wat zegt de wet- en regelgeving hierover?
Het CMR-verdrag zwijgt over opschorting en verrekening van vracht, waardoor dit onderwerp wordt overgelaten aan de nationale wetgeving. In Nederland kan opschorting van vrachtbetaling (zoals in het voorbeeld) een drukmiddel zijn voor ladingbelanghebbenden, vooral bij grote schadebedragen.Echter, het recht op opschorting betekent niet dat de vracht nooit betaald hoeft te worden. De verjaringstermijn speelt hierbij een belangrijke rol. Voor vervoerders geldt een verjaringstermijn van één jaar voor het instellen van een vrachtvordering. Als de vervoerder zijn vrachtvordering niet binnen deze termijn instelt, dan verjaart zijn vrachtvordering alsnog.
Niet geheel onbelangrijk is het benoemen van de AVC 2002, waarin verrekening van de vracht wordt uitgesloten. Over opschorting wordt in de AVC 2002 niet gesproken.
Voor expediteurs verjaart de vordering al na een periode van 9 maanden. Volgens de FENEX-voorwaarden vervalt het vorderingsrecht van de expediteur zelfs na een periode van 18 maanden.
Contractueel uitsluiten
Het onderwerp van het verrekenen van de vrachtkosten is niet vaak besproken in gerechtelijke uitspraken. Dit komt doordat de regels rondom betaling, opschorting en verrekening van vrachtkosten meestal onder ‘regelend recht’ vallen waarbij partijen zelf afspraken kunnen maken. Het is verstandig voor vervoerders om dit contractueel uit te sluiten. We adviseren je om hiervoor een jurist te raadplegen die gespecialiseerd is in transportrecht.
Conclusie
Het vermogen om de betaling op te schorten of te verrekenen kan een krachtig middel zijn voor ladingbelanghebbenden. Als vervoerders willen voorkomen dat dit gebeurt, is het verstandig om in hun contracten op te nemen dat dit niet is toegestaan. Op die manier kunnen ze hun positie versterken en het risico op financiële verliezen beperken.Nieuwsgierig naar de juridische achtergrond? Klik hier voor een artikel van Van Traa Advocaten over opschorting en verrekening van vrachtpenningen.