Moet buitenlandse werkgever Wet BPF naleven?
Geplaatst 20 mei 2020
In Nederland kennen we de Wet BPF. Deze wet verplicht werkgevers in bepaalde sectoren om zich aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds (BPF). Een werkgever moet zo verplicht premie afdragen voor het pensioen van haar medewerkers. Voor transportbedrijven die gevestigd zijn in Nederland spreekt deze wet voor zich. Ook voor uitzendorganisaties in transport geldt de verplichtstelling van het BPF Beroepsvervoer over de weg. Hoe zit het echter met bedrijven die in het buitenland zijn gevestigd, maar wel Nederlandse chauffeurs in dienst hebben en die laten rijden voor klanten o.a. in Nederland?
Vallen deze buitenlandse werkgevers ook onder de Wet BPF? Het Hof Arnhem-Leeuwarden deed in maart dit jaar een uitspraak over deze casus. In dit artikel nemen wij die met u door.
Buitenlandse werkgever
De werkgever was gevestigd buiten Nederland en verzorgde de logistiek voor diverse bedrijven. Hiervoor hadden ze met name Nederlandse chauffeurs in dienst. Deze personen woonden en werkten veelal in Nederland. Er werden echter geen premies afgedragen, omdat het bedrijf geen vestigingsadres in Nederland had en dus van mening was dat het daardoor niet onder de Wet BPF viel.
Het BPF Beroepsvervoer over de Weg was van mening dat dit bedrijf gewoon de premies moest afdragen, omdat de werksituatie gekenmerkt kon worden als een uitzendovereenkomst voor Nederlandse transportondernemingen. Volgens de regels moet er bij een uitzendovereenkomst premies afgedragen worden.
De buitenlandse werkgever kon zich niet vinden in deze redenering en vond dat haar medewerkers onder de regelgeving in het land van vestiging vielen. Er was volgens hen gewoon sprake van een arbeidsovereenkomst en waren zij geen uitzendbureau. De zaak liep hoog op en uiteindelijk heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak moeten doen.
Overweging van het Hof
De vragen waar het Hof antwoord op moest geven waren: is het Nederlandse arbeidsrecht wel van toepassing en is hier sprake van een uitzendovereenkomst? De rechter oordeelt op basis van artikel 8 Rome 1 (verordening EU nr. 593/2008) dat het Nederlandse recht van toepassing is op basis van het feit dat de werknemers hun arbeid gewoonlijk verrichten in of vanuit Nederland.
Vervolgens moest er nog antwoord gegeven worden op de vraag of dit bedrijf een uitzendorganisatie was. Het verweer van de organisatie was dat ze een internationaal transportbedrijf zijn en dat ze rijden met de vrachtwagens van de opdrachtgever. De rechtbank kwam echter tot het oordeel dat als een chauffeur ‘onder toezicht en leiding’ van een Nederlandse opdrachtgever de werkzaamheden uitvoert, dat dat aan te merken is als een uitzendorganisatie.
Uitspraak in de zaak
De rechter heeft de onderneming verplicht om alle informatie aan te leveren zodat de verschuldigde premies berekend kunnen worden. Deze uitspraak kan invloed hebben op andere (transport)bedrijven die met een soortgelijke constructie werken. De hele uitspraak is te lezen op: ECLI:NL:GHARL:2020:2304
Juridische ondersteuning
Wilt u juridische bijstand van specialisten die snappen hoe de transportwereld in elkaar zit? Met onze rechtsbijstandverzekeringheeft u altijd direct contact met een jurist en/of advocaat die u juridische kan bijstaan. Denk daarbij aan schades bij voertuigen, conflicten met leveranciers / klanten en arbeidsrechtsituaties. Neem contact met ons op voor een maatwerk verzekering.
Heeft u pensioenvragen, dan kunt u terecht bij de pensioenexperts van Valent. Zij helpen u graag op weg met uw pensioendossier.